Een loontrekkende is iemand die arbeid verricht voor een loon, in tegenstelling tot een zelfstandige.
Het sociaal statuut van de aannemer is dat van de zelfstandige. Hetgeen de loontrekkende fundamenteel onderscheidt van de zelfstandige, is het al dan niet bestaan van een gezagsverhouding bij de uitvoering van hun beroepsactiviteit. Indien de arbeid wordt verricht onder het gezag van een ander persoon, dan is er sprake van een arbeidsovereenkomst, en zeker niet van een aannemingsovereenkomst.
Het verschil tussen de kosten van sociale zekerheidsbijdragen voor werknemers en zelfstandigen wordt groter naarmate het loon stijgt. De overstap naar het zelfstandigenstatuut is dan ook interessanter naarmate u in de hogere inkomenscategorieën terechtkomt. Als zelfstandige geniet u een minder vergaande bescherming, maar u kan dit tegen een relatief bescheiden kostprijs opvangen door een aanvullende private verzekering af te sluiten.
Voor de lagere inkomens is de keuze iets moeilijker. De beperkte sociale bescherming van het zelfstandigenstatuut kan hier wel de doorslag geven.
De rechten die u als zelfstandige krijgt door uw verzekeringsplicht zijn vrij beperkt. Als zelfstandige bent u alleen verplicht zich te verzekeren voor gezondheidszorg, ziekte-uitkeringen, gezinsbijslagen en pensioenen. Bovendien geniet u als zelfstandige minder voordelen dan de werknemers.
Alleen als u nog aanvullende verzekeringen afsluit, kan u als zelfstandige een vergelijkbare bescherming genieten als de werknemer. U moet dus voor eigen rekening een bijkomende verzekering afsluiten tegen eventuele arbeidsongeschiktheid (polis “gewaarborgd inkomen”). Daarnaast wordt ook een bijkomende pensioenverzekering aangeraden.