Een dwangbevel is een namens de overheid uitgevaardigd schriftelijk bevel, dat door de gerechtsdeurwaarder aan u wordt betekend. Door dat 'bevel' verkrijgt het overheidsorgaan de mogelijkheid om een geldsom bij u gedwongen te incasseren. Voordat een dwangbevel mag worden uitgevaardigd moet u door de overheid eerst worden aangemaand in betaling en moet u de kans gekregen hebben eventuele bezwaren tegen de vordering te formuleren. Het bijzondere van het dwangbevel is dat het eveneens een uitvoerbare titel is, wat betekent dat bij gebreke aan betaling of reactie binnen een vrije dag na betekening door de gerechtsdeurwaarder, deze laatste reeds elke vorm van beslaglegging mag doen lastens u.
Indien bij de betekening geen gevolg wordt gegeven aan het hernieuwde dwangbevel, kan de deurwaarder onmiddellijk tot tenuitvoerlegging van het dwangbevel overgaan. De deurwaarder kan beslag leggen op persoonlijke bezittingen, uw loon/uitkering en/of uw bankrekening. Om beslag te kunnen leggen hoeft hij niet naar de rechter.
De kosten voor de betekening van het dwangbevel zijn afhankelijk van de hoogte van de belastingschuld:
De kosten voor de betekening van het dwangbevel zijn hoogstens € 11.970.
De RSZ wil er zo veel mogelijk voor zorgen dat het niet tot een dwangbevel hoeft te komen. Daarom zet de RSZ maximaal in op de minnelijke weg om schulden aan te zuiveren. U kan in samenspraak met hen een afbetalingsplan opstellen, dat u toelaat maandelijks af te betalen.