Een reservataire erfgename is namelijk de langstlevende echtgenoot van de overledene of in andere instanties de kinderen of de kleinkinderen van de overledene.
De wet kent de langstlevende echtgenoot twee soorten reserves toe:
De langstlevende kiest zelf welke reserve hij opeist. Beide reserves zijn een minimum.
Stel, de langstlevende kiest de concrete reserve. Is het vruchtgebruik op de gezinswoning en het huisraad meer dan de helft van het vruchtgebruik van de nalatenschap? Overstijgt de concrete reserve met andere woorden de abstracte reserve? Dat is geen enkel probleem.
Stel dat de concrete reserve minder waard is dan de helft in vruchtgebruik van de nalatenschap. Dan mag de langstlevende zijn reserve aanvullen via vruchtgebruik op andere goederen uit de nalatenschap, tot de grens van de abstracte reserve is bereikt.
Zijn er naast de langstlevende echtgenoot nog andere reservataire erfgenamen, zoals de kinderen van de overledene? De reserve van de echtgenoot wordt dan proportioneel gedragen door de reserve van deze anderen én het beschikbaar deel.