Uitermate belangrijk bij een scheiding is de vraag hoe jullie 'het vermogen', alles wat jullie samen hebben opgebouwd, gaan verdelen nadat jullie uit elkaar gaan. Afhankelijk van het huwelijksstelsel waarmee jullie getrouwd zijn, (wettelijk stelsel, scheiding van goederen, gemeenschap van goederen) zijn sommige afspraken al op voorhand gemaakt. Indien jullie in onderlinge toestemming uit elkaar gaan (EOT) kan hier echter wel nog van worden afgeweken.
Als je gehuwd bent onder het wettelijk stelsel, dan hebben jij en je echtgenoot volgens de wet drie verschillende vermogens. Jij hebt een persoonlijk vermogen, je partner heeft een vermogen en samen hebben jullie ook nog een gemeenschappelijk vermogen. Wil je weten welke goederen waar horen, klik (XXX).
Bij een echtscheiding behouden jullie elk jullie eigen vermogen, maar het gemeenschappelijk vermogen zal verdeeld moeten worden tussen de beide patijen. Alles wat in het gemeenschappelijk vermogen zit, wordt namelijk verondersteld van jullie beiden te zijn. Enkel indien je kan bewijzen dat een bepaald goed eigenlijk in je persoonlijk vermogen thuishoort, omdat je het bijvoorbeeld al had voordat je gehuwd was, kan je eisen om het uit het gemeenschappelijk vermogen te halen.
Hoe kan de verdeling gebeuren?
Bij een huwelijksstelsel met scheiding van goederen, hebben zowel jij als je partner één persoonlijk vermogen. Er is dus geen gemeenschappelijk vermogen aanwezig.
In dit geval is de verdeling uiteraard erg eenvoudig. Elke echtgenoot behoudt gewoon het deel dat in zijn persoonlijk vermogen zit. Goederen die door de beide partners samen zijn aangekocht en waarvan niet kan bewezen worden dat ze specifiek tot één van de beide partners behoren, worden onverdeelde goederen genoemd. Deze onverdeelde goederen zijn de enige goederen die uit een onverdeeldheid dienen te worden gehaald, wat gebeurd op dezelfde wijze als onder het wettelijk stelsel.
Een algehele gemeenschap van goederen wil zeggen alle bezittingen van de beide partners tot het gemeenschappelijke vermogen behoren. Geen van de beide partners heeft dus een individueel vermogen of bezittingen die enkel van hem of haar zijn. Logischerwijs is een verdeling van een algehele gemeenschap de zwaarste verdeling van de drie stelsels. Wanneer één van de echtgenoten bijvoorbeeld een erfenis heeft ontvangen van zijn of haar familie, zal deze erfenis mee in de verdeling worden opgenomen.