Roerende goederen zijn beweegbare goederen in tegenstelling tot de onroerende of onbeweegbare goederen. Roerend uit hun aard zijn alle verplaatsbare zaken, bijvoorbeeld meubelen of schepen (een schip is eigenlijk noch roerend, noch onroerend, maar een registergoed; een roerend goed dat door zijn hoge waarde mee wordt opgenomen in het hypotheekregister).
Roerend door wetsbepaling zijn alle verbintenissen of vorderingen die betrekking hebben op geldsommen of roerende goederen. Deze categorie van vermogensrechten worden in België dus bij de roerende goederen gerekend.
Types roerende goederen zijn auto’s, meubilair, inboedel, dieren, bouwmaterialen. De ingebouwde keuken en badkamer waren roerend maar zijn onroerend geworden omdat ze nu een deel uitmaken van het huis zelf, wat onroerend is. Ook dieren worden als roerend beschouwd.
De bouwstoffen die zijn bijeengebracht om een nieuw gebouw op te trekken, zijn roerend totdat zij door arbeiders in een gebouw zijn verwerkt. Zulke onderscheidingen tussen roerend en onroerend hebben hun belang bij betwistingen over bezit of eigendom en ook bij beslag.
Indien samen met het onroerende goed ook nog roerende goederen mee verkocht worden moet in de onderhandse verkoopovereenkomst een opsplitsing gemaakt worden tussen enerzijds het bedrag van de onroerende goederen en anderzijds de roerende goederen, omdat de registratierechten enkel verschuldigd zullen zijn op de koopsom van het onroerend goed. Op de roerende goederen moeten geen registratierechten betaald worden. De ontvanger zou het opgesplitste bedrag kunnen aanvechten. Het verdient dus aanbeveling om een inventaris van de roerende goederen aan de verkoopovereenkomst toe te voegen, zodat de ontvanger van de Registratie kan vaststellen dat het bedrag voor de roerende goederen niet met de natte vinger werd vastgesteld.