Zorgt het nieuwe 'goederenrecht' voor gluren bij de buren?

De topics rond nabuurschap (burenhinder, mandeligheid, afstand, erfdienstbaarheden) worden samengebracht in een afzonderlijk onderdeel “Burenrecht”. Het algemeen principe blijft dat buren geen abnormale of bovenmatige hinder mogen veroorzaken aan elkaar. Waar 'abnormale burenhinder' tot nu dossier per dossier te beoordelen viel, worden in het nieuwe wetboek een aantal criteria voorzien op basis waarvan tot een abnormaliteit kan worden besloten. Deze criteria zijn o.a. het tijdstip, de frequentie, de intensiteit van de hinder, de eerste ingebruikname, en het eventuele publiek karakter van het naburig terrein.

Diegene die de abnormale burenhinder veroorzaakt, zal het evenwicht terug moeten herstellen. Dit kan op verschillende manieren: ofwel door een vergoeding in geld ter compensatie van de hinder, ofwel door een vergoeding van de kosten voor de compenserende maatregelen die het evenwicht terugbrengen, ofwel door een rechterlijk bevel om de hinderende maatregelen te staken.

Verder wordt er ook voorzien dat een nabuur in bepaalde gevallen het recht krijgt om het erf van de buur te betreden (bijvoorbeeld om een voetbal die over een haag werd getrapt op te halen of om de haag te scheren). Ook wanneer een buur bepaalde werken wil uitvoeren, maar op zijn eigen perceel niet de plaats heeft om de nodige stelling, ladder of machine te zetten, mag hij -op de minst hinderlijke wijze- dit via het perceel van de nabuur doen.

Een aanpassing van warrige, oubollige wetsartikels aan de moderne noden is altijd goed, maar hopelijk wordt dit niet misbruikt om toch eens bij de buren te gluren.