Het Vlaams Woninghuurdecreet is van toepassing op alle huurcontracten voor een woning waar de huurder met toestemming van de verhuurder zijn hoofdverblijfplaats heeft. Met andere woorden, als je een woning huurt en je hebt daar je hoofdverblijfplaats, dan zijn de regels van het decreet van kracht. Deze regels zijn van kracht sinds 1 januari 2019 en gelden voor alle huurovereenkomsten die vanaf die datum worden gesloten.
Belangrijk om te weten is dat het Vlaams Woninghuurdecreet niet van toepassing is op eerder gesloten huurovereenkomsten, zelfs niet als ze pas na 1 januari 2019 in werking zijn getreden. Dit betekent dat als je al voor die datum een huurovereenkomst had, de oude regels (Federale woninghuurwet) van toepassing blijven.
Wat wordt er eigenlijk bedoeld met een "woning"? Dit kan verwijzen naar een onroerend goed, zoals een huis of een appartement, maar ook naar een (deel van een) roerend goed, zoals een woonboot of een caravan. Het cruciale punt is dat de huurder daadwerkelijk en hoofdzakelijk in de gehuurde woning moet wonen om onder de definitie van "hoofdverblijfplaats" te vallen.
Het Vlaams Woninghuurdecreet is wel pas van toepassing als de verhuurder ermee instemt dat de huurder het goed gebruikt als zijn hoofdverblijfplaats. Deze instemming kan zowel expliciet als stilzwijgend zijn, maar het is essentieel dat het decreet enkel van kracht wordt als deze overeenstemming er is.